Precies twee weken na het starten van de chemo, op de ochtend van de tweede kuur, begint mijn haar uit te vallen. Het is zoiets als ‘de dag die je wist dat zou komen’, maar ergens toch hoopte dat hij niet kwam. Maar ik kan er niet om heen. Ik trek mijn haar met plukken tegelijk uit mijn hoofd. Ik wil de kinderen er nog niet mee confronteren, zo vlak voordat ze naar school gaan, dus ik laat even niks merken. Later in de auto op weg naar het ziekenhuis komen de tranen.
‘s Middags bel ik de haarwerkenwinkel waar ik een aantal weken eerder een pruik heb uitgezocht. Eigenlijk wil ik die helemaal niet bellen, want dat is opnieuw een confrontatie met de realiteit; ik ga kaal worden. Maar het moet, want ze hebben even de tijd nodig om te pruik op maat te maken. En ik wil straks ook niet met kale plekken lopen.
De dagen erna valt mijn haar met steeds grotere plukken uit. Gelukkig heb ik veel haar, dus het valt nog niet zo op. Maar dit is ook niks. Misschien is alles eraf dan toch beter. Zo wen ik er langzaam aan dat het nu toch echt gaat gebeuren.
Zaterdag is het zover. Samen met Björn ga ik naar de afspraak. Daar zullen zij mijn haar eraf scheren en de pruik opzetten. Dit vanuit het idee: ‘Je komt binnen met haar en gaat naar buiten met haar’. Björn wordt nog gevraagd of hij mijn haar wil afscheren, maar dat doet hij liever niet. Het is voor ons beide een moeilijk moment.
Toch ben ik minder emotioneel dan ik had gedacht. Er zijn zeker even tranen, maar ik voel me vooral beroerd en moe. Ik onderga het allemaal, zonder goed te beseffen wat er gebeurt. Het haar is er snel af. Ik heb nog kleine stekeltjes en vind het minder gek staan dan ik had gedacht. Ik durf in ieder geval nog in de spiegel te kijken naar mezelf.
Het duurt erg lang voordat de pruik op maat gemaakt is, dus ik kan even wennen aan m’n nieuwe kapsel. Maar door de enorme vermoeidheid, maak ik het niet echt goed mee. Met haar, zoals beloofd, ga ik weer de winkel uit. Toch voelt het heel anders dan toen ik binnenkwam.
De echte emoties komen pas later in de week. Ik voel me wat beter en minder moe, waardoor er meer ruimte is om te denken en te voelen. En dan opeens, midden in de nacht komt het allemaal eruit. Ik kan alleen maar huilen en denken: ‘Ik wil mijn haar terug’.
Lees ook mijn vorige blog over hoe ik het vond toen ik hoorde dat ik kaal zou worden door de chemo