Met grote, vuurspuwende ogen kijkt ze me aan. Met gespannen armen en gebalde vuisten staat ze voor me en haalt naar me uit met een karatetrap. Woedend is ze, mijn 5 jarige meisje. En dat is niet de eerste keer sinds de sluiting van de scholen. Eerder kon ze ook wel boos worden, maar nog nooit zo vaak en heftig als nu.
Eerst word ik boos, stuur haar naar haar kamer, maar merk dat het geen zin heeft. Ze gaat door het lint en heeft haar emoties niet onder controle. Als ze eindelijk iets kalmeert komt ze bij me zitten. ‘Wat is er toch met je aan de hand?’ vraag ik. Ze weet het niet. ‘Mis je je vriendinnetjes?’ Ja, knikt ze. En dan komen de tranen. Dikke tranen. Ze mist haar vriendinnen. En school. En juffie. In en in verdrietig is ze.
Terwijl ze op m’n schoot zit besef ik dat ik mijn kleine meisje niet moet vergeten. Haar broer heeft autisme en bij hem weten we dat dit soort dingen moeilijk kunnen zijn Ons meisje lijkt het op het oog makkelijk af te gaan; maakt haar werkjes, speelt, danst, zingt. Maar in dat hoofdje speelt zich toch heel veel meer af. Logischerwijs is deze situatie ook voor haar niet eenvoudig en daar moeten we alert op zijn.
Er is verdriet, maar ook boosheid. Op het Coronavirus. Maar wat zal ze daar als 5-jarige echt van begrijpen? Spontaan bedenk ik een verhaaltje. Over het beestje Corona dat iedereen ziek wil maken. En om te zorgen dat het hem niet gaat lukken, moeten we ons voor hem verstoppen. Net zo lang tot hij niemand meer vindt en zal verdwijnen. Voor wat het waard is. Ze vindt het in ieder geval grappig en lacht weer.
Als ik de volgende dag beneden kom staan alle stoelen in een kring. Op elke stoel zit een knuffel. Op het whiteboard heeft ze een ‘kiesbord’ getekend, aan de muur hangt een blaadje met de dagen van de week en haar schooltas staat klaar met een broodtrommel, een beker en wat fruit. Ik mag de juf spelen en zij is het hulpje. In theorie dan, want het hulpje vertelt mij wat ik moet doen. Het moet immers hetzelfde zijn als op school. Doe ik het fout doen word ik onmiddellijk gecorrigeerd: ‘Neeeee, niet zo. Je snapt er niks van!’ En wat is dat fijn, want zo ken ik mijn lieve, eigenwijze en het liefst alles zelf bepalende, 5-jarige meisje weer!